De “Interkerkelijke Schola Cantorum Dordrecht en omstreken” o.l.v. Elly Stuurman zingt op Pinksterzondag, 8 juni om 19.00 uur de Vespers van het Hoogfeest van Pinksteren in de Grote of St.- Laurenskerk te Rotterdam. Medewerking verleent Hans de Rie, pastoor van de Oud-Katholieke Paradijskerk te Rotterdam.

Het officie van de Vespers is een van de zeven getijdengebeden uit de kloostertraditie. Als de dag ten einde loopt, breekt de tijd aan van de dankzegging voor alles wat God ons die dag gegeven heeft en voor al het goede dat we in zijn naam hebben mogen doen. Het is het plechtige avondgebed van de Kerk, een geestelijk avondoffer dat niet in de avond en in de nacht die komen gaat blijft steken maar vooruitziet naar de morgen, de nieuwe dag. Dit volgens het scheppingsverhaal ‘ en het werd avond en het werd morgen’. Daarom wordt er in de Vespers ook wierook ( ‘wijrook’: rook om te wijden ) gebrand als wijding van de nieuwe dag volgens psalm 141 ‘Mijn gebed stijge op als wierook voor uw aangezicht; het heffen van mijn handen zij als een avondoffer’.

De Vespers op deze Pinksterzondag worden begonnen met de Introïtushymne, de aloude sequens Veni Sancte Spiritus:  Kom, Heilige Geest, en zend uit de hemel een straal van licht. Men schrijft deze sequens meestal toe aan Stephen Langton, aartsbisschop van Canterbury, die leefde van 1165 tot 1228.

Vervolgens klinken de woorden van het Invitatorium (uitnodiging) uit Psalm 70 : Deus in adjutorium meum intende. Hierna volgen volgens oude traditie de Psalmen 110  t/m 114 (Vulgaat: 109 t/m 113).

Psalm 110 als lied ter inhuldiging van de koning, Psalm 111 spreekt over de werken van God, psalm 112 over het gedrag van de vrome. De psalmen 113 en 114 zijn de eerste psalmen uit het ‘Egyptische halleel’ dat gedeelte van de psalmen dat de Joden o.a. zingen bij de Pesachmaaltijd ter herinnering aan de uittocht uit Egypte op weg naar het beloofde land.

De psalmen worden ingeleid en afgesloten met een antifoon, een vers dat het karakter van het feest of die van de psalm zelf aangeeft; In deze vespers staan deze dus in het teken van het Pinksterfeest.

Na de psalmen volgt de lezing uit het boek Handelingen hoofdstuk 2, de lezing over de komst van de Heilige Geest.

Hierna volgt de Hymne ‘Veni Creator Spiritus”  een traditionele gregoriaanse Pinksterhymne van rond het jaar 1000.

Vervolgens klinkt het Magnificat de lofzang van Maria ingeleid en afgesloten met een Pinksterantifoon.

Dan volgen de Preces, de smeekgebeden, afwisselend beaamd met een Kyrie eleison of Christe eleison.  Het geheel wordt afgesloten met een gezongen Pater Noster … (Onze Vader …) Hierna volgen de wederzijdse bemoedigingen tussen voorganger en aanwezigen en bidt de voorganger het gebed van de dag. Na het zingen van de slotantifoon, het Regina ceali, volgt het slotgebed en we eindigen met het vragen van de zegen.

Zo kunnen we weer naar huis keren als getuigen van het Pinksterfeest voor de dag die komen gaat.

E.M. Stuurman
(078) 616 15 33
emstuurman@gmail.com
www.gregoriaansdordt.com