Leven met een kwaadaardige aandoening. Een weg vol angst en onzekerheid voor patiënt en familie.
Een basisprobleem van veel mensen die leven moeten met een kwaadaardige aandoening is de onzekerheid en de angst voor wat komen gaat. Men stelt zich vragen als : kan ik nog genezen? Welk leven staat er mij nog te wachten ? Kan ik mijn werk, mijn gezin nog aan ? Wat moet er van mijn kinderen geworden ? Elk antwoord roept nieuwe vragen op. Leven met een kwaadaardige aandoening, ook al zijn de genezingskansen reëel, is leven met onzekerheid: Is de ziekte wel definitief genezen ?
Vanaf het moment dat iemand geconfronteerd wordt met een ongeneeslijke ziekte, voelt men ook dat de reacties van vrienden en bekenden anders worden. Sommigen durven niet meer te komen, omdat ze niet weten wat te zeggen. Men denkt er niet aan dat men er eerder moet zijn om te luisteren wat de zieke en de familie vanuit hun verdriet te zeggen hebben, dan om allerlei zelf te zeggen. Men verliest vrienden en houdt er soms andere en intense relaties aan over.
Ook voor de familieleden verandert het leven. Kunnen zij over de ziekte met hun familielid spreken? Of moeten ze eerder proberen af te leiden en de aandacht op andere zaken te richten? Kan men de waarheid samen dragen en wat houdt dat in ? Ook familieleden zoeken naar antwoorden doorheen de mist van angst en onzekerheid.
Prof. Keirse Manu
|