Hoopvol gestemd

Zolang de aarde draait, zolang er zaaitijd zal zijn en oogst, vorst en hitte, zomer en winter, dag en nacht – wat zal in die tijd het werk van Adam, ofwel van de mens, moeten zijn en waarin ligt zijn bestemming?
Wat kan er in het beste geval uit de mens groeien?
Die vraag stellen wij ons deze week niet alleen vanuit de mens zoals die leeft in de wereld waarin hij thuis hoort, maar ook van God uit, wiens beeld en gelijkenis de mens zou moeten zijn.

Paulus schrijft daarover: ‘zij die zich door Gods Geest laten leiden, zijn dochters en zonen van God’.
Wat bedoelt hij daarmee?
Dat wij ons de geweldige pretentie realiseren, dat wij mensen bestemd zijn
om in deze wereld geïnspireerde mensen en gevolmachtigde plaatsbekleders van God te zijn.

De schepping verlangt naar het moment, dat wij mensen ons waar- maken als zaakwaarnemers van God, zodat de zinloze kring van leven en dood, van dood en leven doorbroken wordt. Maar als zaakwaarnemers van God, dragers van God, zijn wij geroepen inspiratie te ontvangen, de Geest te ontvangen en gedragen door de kracht van die Geest werkzaam te zijn.

Wij moeten van de mensen, van onszelf, zo’n hoge dunk durven hebben, dat wij als zin en bestemming van ons leven in deze wereld twee dingen gaan zien: enerzijds onze geest en ons hart - gevoeliger dan voorheen - openstellen voor de Geest, zodat de waarheid van God in onze gesloten mensenwereld kan binnenkomen, en anderzijds ons doen en laten zo herzien, dat wij er in slagen God op een geloofwaardige manier in onze wereld te belichamen.

Gedragen worden door de Geest ofwel Gods plaats innemen in onze wereld zijn de beide elementen van een toekomstig mensenbestaan, wil er voor ons en voor de wereld nog hoop zijn.

Begeleiding: Peter Damen o.praem.
Kosten € 290

Abdij van Berne
info@abdijvanberne.nl
www.abdijvanberne.nl