De volgende dag, donderdag, vragen twee apostelen aan Jezus: “Heer, vanavond is de feestmaaltijd van Pasen. Waar wilt U dat we die klaarmaken?” “Ga naar de stad”, antwoordt Jezus, “en zeg tegen de eerste man met een waterkruik die jullie tegenkomen, dat Ik vanavond graag in zijn huis met mijn apostelen samen wil zijn.”