Dan zegt Jezus tegen alle twaalf: “De Mensenzoon zal gevangen genomen worden. Hij zal veel pijn moeten lijden. Hij zal gedood worden, maar op de derde dag zal Hij weer opstaan.”
Jezus waarschuwt de apostelen dat ze hier niet over moeten spreken met anderen. Daarvoor is het nog niet het juiste moment.
De apostelen begrijpen dat Jezus over zichzelf spreekt, maar verder snappen ze er weinig van.