Jezus heeft medelijden met de vader en volgt hem naar zijn huis. Maar het is zó druk in de straten, dat ze niet erg opschieten. Van alle kanten drommen de mensen om Jezus heen. Ze zijn nog niet eens halverwege, als iemand Jaïrus komt vertellen dat het niet meer nodig is dat Jezus komt. Zijn dochtertje is zojuist overleden.